Schilderij

In het ziekenhuis waar ik werk wordt vrij veel kunst vertoond. Natuurlijk moet dat wel eens worden ververst en zo kwam het dat in het personeelsrestaurant een nieuw schilderij werd opgehangen.


Wat een vrolijk ding, die zou ik zelf ook wel willen hebben.
Op ons intranet verscheen de onderstaande toelichting:

Thomas van der Linden (1952) gebruikt een grote verscheidenheid aan motieven in zijn werk. In zijn complexe composities verwerkt hij uiteenlopende onderwerpen als muziekinstrumenten, kinderspeelgoed, mineralen, anatomie, geografie en kunstgeschiedenis.

Ondanks de soms onnavolgbare gedachtesprongen kenmerken de schilde­rijen, aquarellen en prenten van Thomas van der Linden zich door een stabiele ordening. Zijn persoonlijk alfabet is zeer duidelijk en direct herkenbaar: een nadruk­kelijke, grafische behandeling van contouren en vlakken in een ritmische her­haling. De motieven – zelf spreekt hij over gestaltes – staan in een on­definieerbaar, maar hecht verband tot elkaar. Als in een kettingreactie roept de ene vorm de andere op. Dit komt omdat het werk deels rationeel en deels in trance tot stand komt.

Het heldere kleurgebruik draagt in belangrijke mate bij tot de sfeer van een werk en maakt mede de betekenis ervan uit. Zo wordt een droge, vettige of waterige uitstraling bereikt, een idee van nonchalance of vastberadenheid gesuggereerd, een luchthartige of juist melancholische stemming opgeroepen. Motieven als rioolbuizen en waterleidingen, gecombineerd met ruïneachtige structuren en vlammende tongen roepen soms een duistere, op de onderwereld lijkende sfeer op. Typerend voor Van der Linden is echter de relativering door middel van een vrolijke noot, zodat zijn werk vatbaar blijft voor verschil­lende uitleg.

Opleiding: Academie voor Beeldende Vorming, Tilburg; Neder­landse Filmacademie, Amsterdam; Jan van Eyck Academie, Maastri­cht.

Da’s nog niet eenvoudig, zo’n schilderij maken…

iPod

Al een tijdje liep ik met het idee rond. Het zou natuurlijk wel erg leuk zijn, maar ze zijn zo duur. Uiteindelijk heb ik toch de knoop doorgehakt en ben nu zo blij als een kind.

Ik heb een iPod gekocht, en hij is mooi joh! De iPod Video 30Gb.
Kijk maar
Je kunt er natuurlijk mp3-tjes op kwijt (zo’n 7500) en daarbij ook allerlei informatie als jaartal, album en zelfs het hoesje afbeelden. Maar ook de songtekst kan erin, zodat je in de volle tram lekker kunt meebrullen. Het is ook mogelijk om videofilms af te spelen, maar dat is niet de belangrijkste functie, vind ik.

Het is echt een prachtig apparaat en werkt ideaal samen met iTunes, een muziekprogramma op de computer, vergelijkbaar met Windows Media Player, inclusief playlists, maar met wat extra trucjes. Als je een CD-tje in het laadje stopt wordt die bij wijze van spreken ter plekke geript en staan de geselecteerde tracks op je iPod.
Via LimeWire doe ik de meest leuke ontdekkingen en zet ze er lekker tussen: Smashing Pumpkins, Bush, Alice in Chains, Audioslave, dEUS, Queens Of The Stone Age, Stone Temple Pilots, zowel nieuw als oude meuk. Want bv. The Velvet Underground was een beetje aan me voorbij gegaan, maar nu luister ik er met plezier naar.

Ik heb er nu bijna 900 nummers opstaan ofwel ruim 4 Gigabyte dus kan nog wel even vooruit. Het mooie is dat je op die manier een complete en zeer toegankelijke muziekbibliotheek kunt opbouwen en altijd bij je hebt.

By the way, die twee mutsjes ken ik niet, die zijn van Apple…

De platenkast

Mijn ouders trouwden in de oorlog. Ze kochten na de oorlog wel eens 78-toeren platen. Ik heb die platen niet vaak gehoord, maar de pick-up kón je nog wel op 78 toeren zetten. En natuurlijk ook op 45 en 33 toeren. 33 1/3, was het geloof ik.

– Pappa, wat is een pick-up? Kon je daar iets mee oppakken?
– Nee, dat was zo’n oude platenspeler, weet je wel. Op zolder staat er nog eentje.
– O ja, daar kon je die grote zwarte dingen opdoen, toch?
– Ja, die bak elpees die ook op zolder staat, die zijn om op de pick-up te doen.

Als jongetje keek ik wel in hun platenkast. Daar stond niet veel in, hoor. Een plaat van Mr. Acker Bilk, dat was iemand die klarinet speelde. Een Engelse cursus op 20 (!) 78 toeren platen. Maar die stonden eigenlijk niet in de platenkast, die hadden een eigen rekje. En een plaat met draaiorgelmuziek, die had mijn vader bij de witte pomp aan de Haarlemmerweg gekregen, bij de molen.

Ook een plaat van een man die een lorgnet in had, een wit zijden sjaaltje en een hoge hoed op, ‘n operazanger. Verder stond er de elpee die was gemaakt van de radio-uitzending van Willem Duys nadat Wim Sonneveld was overleden.

En er stond een elpee van Gilbert Bécaud. daar stonden hele langzame liedjes op, kampvuurliedjes en soms zat er een bij waarbij je de oren extra spitste.

– Pappa, is dat Frans?
– Jawel.
– En hoe zeg je dat dan?
– Zjilbèèr Beekoo

La Corrida is zo’n nummer. Het tempo is onnavolgbaar en ik verstond er geen klap van, op een paar woorden na. Ik begreep dat er een hele toestand was met een bange stierenvechter. Dat kon je wel aan de muziek horen. Maar tegelijkertijd was er de Middellandse Zee -La Méditerranée- die zich daar niets van aantrok.

Nu vond ik laatst een ceedeetje met de grootste hits van Zjilbèèr, en verdomd, La Corrida staat erop. Nou, hij staat voor je klaar. Maar zet eerst het geluid even ietsje harder. Dan KNALT het begin er echt in! Ik heb de tekst er ook even bij gestoken, dan kun je meelezen. Moet je eens horen hoe hij deze zin uitspreekt, en zeg het hem dan eens na: Des cacahuètes, des jus de fruits et des drapeaux!

– Pap, wat is dat dan?
– Eh, ik geloof: de pinda’s, de vruchtensapjes en de jurken. Of nee, de vlággen, geloof ik, zoiets.
– En de rest?
– Kijk eens wat een mooi weer ineens, ga’s lekker skaten of zo!

KLIK La Corrida (1956)


Paroles: Louis Amade. Musique: Gilbert Bécaud

Les arènes gonflées d’une foule en délire
Regorgent de couleurs et d’âpre envie de sang.
Il y a des soupirs et des éclats de rire
Et des épées pointues comme des cris d’enfants.
On y vend des serments, des enjeux et des âmes,
Des cacahuètes, des jus de fruits et des drapeaux,
Des chapeaux de papier dont se parent les dames.
On y vend de la mort noire comme un taureau

Soudain, la foule crie
Comme pour un éclipse,
Cyclone de folie,
Remous d’Apocalypse,
Car voici
Celui de, celui dont, celui qui, celui quoi,
Celui que l’on attend :
Le matador porté par la lumière,
Le matador, qui porte de la peur.

C’est l’enchevêtrement de deux monstres qui bougent.
La lutte a commencé, hissée par les bravos,
Dans les valses de bonds, de bonds à cape rouge,
Qui donc est le plus seul de l’Homme ou du Taureau ?
Et pendant ce temps-là,
La Méditerranée
Qui se trouve à deux pas
Joue avec les galets.

La bête a longtemps respiré la poussière.
Elle a humé la Mort qui longuement passait.
Dans un saut fabuleux qui fit trembler la terre,
Elle a choisi la Mort qui fut son invitée.
Le cirque en explosant
D’un tumulte biblique
Paraît donner son sang
A ce sang en réplique
Car voici
Celui de, celui dont, celui qui, celui quoi,
Celui que l’on attend ;
Le matador porté par tout un peuple,
Le matador victorieux de sa mort.

Demain quand sonnera l’heure catalane,
Le Midi au soleil éreinté de repos,
Vous verrez, j’en suis sûr, à l’église romane
Entrer le matador pour dire son credo,
Et pendant ce temps-là
La Méditerranée
Qui se trouve à deux pas
Joue avec les galets.

Oplossing Hersengymnastiek XII

1. Noemt U eens een voorbeeld van anachronisme.
– Julius Ceasar met een sigaar, Gijsbrecht van Amstel in een auto enz.

2. Welke groote krant in Engeland ging er jarenlang prat op de eenige krant te zijn, die foutloos verscheen, dus geen druk- of zetfouten?
– The Times. (Eens kleine revolutie geweest in Fleet Street, omdat de kopregel op zijn kop was gedrukt).

3. Wat is de kleur van koper?
– Rood, geel is messing (alliage van zink en koper).

4. Wie schreef het bekende Nederlandsche vers, dat begint met:
“Een karretje op de zandweg reed”…
– Jan Pieter Heye. (1809-1876)

5. Wie was de eerste vrouw die hooge hakken droeg?
– Cleopatra (omdat ze zoo klein was).

6. Aan een pruimenboom hangen pruimen. Er vallen geen pruimen af en toch blijven er geen pruimen hangen. Hoe is dat mogelijk?
– Aan de boom hingen twee pruimen. Er valt één pruim af en er blijft dus één pruim over, (m.a.w. geen pruimEN, maar wel enkelvoud.

7. Wat is ‘Apenhaar’?
– Heel fijn gesneden tabak.

8. Wat beteekent het woord “opera” eigenlijk?
– Meervoud van “Opus”, dat “werk” beteekent. Opera is een muziekdrama samengesteld uit reeks muzikale werken, als aria’s, koorzangen, duetten enz.

9. Hoe lang duurt het voor de zon éénmaal om de aarde is gedraaid?
– Dat doet de zon niet: de aarde draait om de zon.

10. Weet U wat een “holevoet” is?
– Klomp. (Geldersche Achterhoek b.v.).

Clips

Ik zal er nooit iets over zeggen tegen de kinders, maar onderhuids vind ik eigenlijk dat de muziek clips een raar beeld geven van hoe meisjes tegenover jongens moeten staan. Natuurlijk heb ik het dan over die hip-hop clipjes.

Maar is dit dan anders dan ouders die Rock & Roll in de jaren 50 van de vorige eeuw niet zo netjes vonden?

Het lijkt hetzelfde.

Is het raar, zoals die hip-hoppers de meisjes bekijken, of andersom, hoe die meisjes zich presenteren?
Zouden meisjes van nu daar verkeerde conclusies uit trekken?

Maar dat zeiden ze toen natuurlijk ook, in 1955. En wie maakt uit wat verkeerd is?
Moet ik me dus er maar geen zorgen over maken, is het hetzelfde als toen?

Lastig.

Dan lees ik:

De Tweede Kamer wil video-clips met daarin sexy geklede vrouwen aan banden leggen. Met dat nieuws kwam de Telegraaf. PvdA, CDA en VVD zouden zich zorgen maken over het effect dat vrouwonvriendelijke clips op jeugdigen hebben. Tv-zenders MTV en TMF zouden moeten gaan praten met de muziek-industrie.

Hè gat, de politiek wil zich ermee bemoeien, en met dezelfde zorg die ik al had. Maar dat is eigenlijk net wat ik niet wil, dat moet niet gereguleerd worden.

Maar dan komt Renée Braams in de Volkskrant met deze stelling:

Het gaat pas mis als jongens buiten de discotheek menen te weten dat die meisjes die binnen zo hoerig de Pussycat Dolls naspeelden, buiten mogen worden aangerand. Dat is een taai refrein. In de jaren 60 kregen meisjes die waren lastiggevallen nog wel eens te horen: heb je geen aanleiding gegeven, met die minirok van je?

Ze heeft gelijk, natuurlijk! Laat de meisjes hun lol hebben, verleidertje spelen, maar zorg ervoor dat de jongetjes dat op de juiste manier snappen.

Laat de TV zenders hun gang gaan en richt je op een juiste opvoeding van de kinderen.

Zo, wát een preek!

Hersengymnastiek XII

VRAGEN

1. Noemt U eens een voorbeeld van anachronisme.

2. Welke groote krant in Engeland ging er jarenlang prat op de eenige krant te zijn, die foutloos verscheen, dus geen druk- of zetfouten?

3. Wat is de kleur van koper?

4. Wie schreef het bekende Nederlandsche vers, dat begint met:
“Een karretje op de zandweg reed”…

5. Wie was de eerste vrouw die hooge hakken droeg?

6. Aan een pruimenboom hangen pruimen. Er vallen geen pruimen af en toch blijven er geen pruimen hangen. Hoe is dat mogelijk?

7. Wat is ‘Apenhaar’?

8. Wat beteekent het woord “opera” eigenlijk?

9. Hoe lang duurt het voor de zon éénmaal om de aarde is gedraaid?

10. Weet U wat een “holevoet” is?

Sinds 1938 was de radioquiz Hersengymnastiek uitermate gevierd bij de luisteraars. In de studio trachtten twee ploegen elkaar de loef af te steken middels hun scherpzinnige antwoorden. Naar aanleiding van dit Avro-programma verscheen in 1947 het quizboek “Hoe is de stand, Mieke?”, waaruit Zweefmakreel wederom de fijnste vragen kiest voor U, in de oorspronkelijke spelling.

Muzekuul – de oplossing

Gisteren beleefden we de eerste Muzekuul-editie (wie weet komen er nog meer…)

In navolging van Frits Spits lieten we je een klein stukje muziek horen (“ondeelbaar” klein, vandaar de associatie met een molecuul). In dit geval het intro van dit nummer

Ik vind het zelf heel herkenbaar, en voor de kenners was het dat ook.
Wat vinden jullie…. was-ie te moeilijk, of viel het wel mee?

O ja, het was inderdaad Alanis Morissette met You Oughta Know.

Goed zo Neef, Ellen en Ireen, maar vooral Tinusje die als eerste de titel èn artiest wist.