Onze school had één keer per maand een feestje in een kroeg. Daar kon je op donderdagavond om 10:00 uur terecht. Nou, dat was op zich al ’n probleem thuis, waarom pas zo laat?
Die kroeg was niet besloten; iedereen kon erin.
Op een dag kwam er een donkere jongen binnen. Waarom weet ik niet, maar hij kwam op mij af. "Do you play guitar?"
Spannende openingszin! "Yes, sure", zei ik. Dat was ook wel zo, maar niet van een kwaliteit die we nu per se aan iemand zouden moeten laten horen. ’n Akkoord of vier…
Lee had een lach zoals Eddy Murphy wel eens laat zien en een minuut later was ik bandlid.
De zaterdag erop ging ik naar de Noorderstraat en op één hoog woonde Lee. In de kamer stond een piano waarop Lee componeerde. Hij schreef zijn eigen teksten en schreef daar ook de muziek bij. Ik kende dus een paar akkoorden, maar lang niet voldoende om Lee bij te staan bij zijn spel op de piano.
Wat ik wel erg spannend vond was dat ik samen met hem thuis was. Lee was gay, of zoals op andere logs te lezen valt: heaumeau. Maar daar hadden we het nooit over, ook al omdat ik meer aan vriendinnen deed. En ik was bij hem thuis. Ik was een jaar of achttien, hij een jaar of dertig. Hij had een konijn en een papegaai, beide beesten liepen en vlogen vrij door ’t huis. De papegaai krijste aan één stuk door. Een keukenkastje was omgebouwd tot konijnenhok.
De vriend van Lee was een blanke Nederlander, maar die zag ik haast nooit. Wel zag ik eens dat één van de kasten niet was gesloten en in de kast stonden een tiental koppen met pruiken erop. Zouden ze die zelf gebruiken tijdens spelletjes, of zou Lee ze tijdens optredens gebruiken? Of wíllen gebruiken, want er waren geen optredens. Ik durfde ’t niet te vragen!
Lee kwam uit Amerika. Hij zat achter zijn piano en zong zijn eigen geschreven stukken. Intussen riep hij naar mij de akkoorden die ik moest spelen. Ik haalde Koen erbij, met zijn tweetjes op zaterdag naar Lee. Koen speelde íets beter gitaar dan ik. Op den duur hadden we een reggae-nummer dat we foutloos speelden, Lee zong met een fantastische schorre stem en wij ramden op de gitaren.
Lee danste ook, op TV nog wel! Bij Toppop was er wel eens zo’n namaak disco waar allerlei mensen dansten. Je zag Lee dan zijn best doen om in beeld te komen; hij wilde beroemd worden, en alle beetjes waren meegenomen. Hij had nooit een pruik op tijdens die optredens. Ik was wel een beetje trots op mijn beroemde vriend, al kende niemand hem eigenlijk….
Lee belde: "I need your help, I want to organise a popfestival."
Ik geloofde hem niet en zei dat ik geen tijd had, wat ook wel klopte want de examens kwamen eraan. Maar ’t kwam ook een beetje doordat hij wel vaker van die hele wilde plannen had.
Na de examens belde Lee weer. "Next Saturday is the popfestival on the Amstelveld, wanna come?" Tuurlijk, Lee, ik zal er zijn.
Er was écht ’n podium. En er waren artiesten; Lee had zijn contacten op de dansvloer bij Toppop opgedaan! Er waren veel onbekende artiesten, mensen uit de buurt die een bandje hadden. Maar er waren ook wat eendagsvliegen. Alleen, ik weet niet meer wie dat waren, hoewel… volgens mij was er een bandje dat Mistral heette…. En het was er hárdstikke leuk!
Toen verhuisde Lee weer terug naar Amerika. Nooit meer iets van gehoord, en hij had zo’n mooie stem en zulke vrolijke liedjes, écht waar. Ik had er nog ooit een cassettebandje van, maar dat ben ik kwijt… And that was it!…