Zomerthriller 7

Photobucket

7

“Wat doen we nu? ” vraagt Simone. Sanne en Ruben liggen intussen op bed. Ton schuift de gordijnen opzij en kijkt naar buiten, naar de parkeerplekken.

“Zijn auto staat er nog niet, jee, waar kunnen die gasten zijn!”

Simone staat bij de afzuigkap en rookt een sigaret.

“Bel de politie”, zegt Simone resoluut.

“Politie, waarom, er is toch geen misdrijf gepleegd?”

“Ja nou, die kunnen toch vertellen of er misschien iets aan de hand is, misschien zijn ze het kanaal wel ingereden, weet jij veel!”

“Nou nou, zo’n vaart zal het toch niet lopen, misschien komen ze zo wel thuis.”

“Godverdomme Ton! Hoe kun je nou zo kletsen, het is je dóchter! Je kan ze toch vertellen wat er aan de hand is, informatie vragen, weet ik veel, we moeten toch iets doen! Mán, ze is pas elf jaar oud en het is intussen half twaalf”

“Hmm, jawel.”

Simone grijpt de telefoon en belt de politie, 112. Ze draait haar rug naar Ton en vindt hem een lul. Als ze uitlegt wat er aan de hand is wordt ze met de lokale politie verbonden.

De rest verschijnt in boekvorm. We houden je op de hoogte van de voortgang.

Photobucket - Video and Image Hosting

Zomerthriller 6

Photobucket

6

“Bij welke buren was Fleur ondergedoken?” Ton staat met zijn jas aan in de keuken.

“O, hiernaast bij de Has.”

“Die zijn niet thuis.”

“Wat!”

“Ja, ik heb aangebeld, maar ze doen niet open. Bovendien is het licht uit en hun auto is weg.”

Simone laat het zoutvaatje in de pasta vallen. Ze kijkt Ton aan. “Maar, wat nu?”

“Ik weet het ook niet”, zegt Ton. “Wacht, ik bel haar mobiele telefoon.”

Ton pakt zijn mobiel en kiest het nummer van Fleur.

“Hoi hoi, dit is Fleur, spreek het nummer in na de piep.”

“Ze heeft haar telefoon uit staan! Hij gaat meteen over in de voice mail.”

“Wat moeten we doen, Ton, verzin iets!”

“Ja, jij bent ook een mooie! Wat moet ik verzinnen? Wacht, misschien heb ik het nummer van Pa de Has, hoe heet hij ook al weer?”

“Theo, Theo de Has”

“Has, Has, nee die heb ik niet Ah, hier: Theo de Has, ja ik heb het. Ik bel ‘m. Wacht, ik zet ‘m op de speaker, dan hoor je ’t ook.”

De telefoon gaat over. Nog eens.

“Verdomme, neem op man!” roept Simone.

Theo de Has, goedenavond.”

“Eh, ja hallo, Theo, Ton hier, Ton Breisis, je buurman.”

“Ja, dat zag ik al in het display. Zeg het eens.”

“Theo, weet jij waar Fleur is? We dachten dat ze bij jullie zat.”

“Ja, dat klopt. Fleurtje is bij ons.”

“O, zijn jullie thuis dan, dan haal ik haar even op, tot zo.”

“Nee nee,  wacht, we zijn niet thuis, we zijn bij Orient Plaza, je weet wel, dat Chinese restaurant in het winkelcentrum. We gaan nèt eten, lekker hoor.”

“Ja jezus man, waarom heb je ons dat niet even gezegd dan?”

“Fleur, heb jij niets tegen je ouders gezegd? Nee? O, sorry, Ton, volgende keer beter. We brengen haar vanavond weer thuis, okee? Doeg.” De telefoon klikt.

“Nou, je hebt het gehoord,” zegt Ton.

Om 11 uur ’s avonds is Fleur nog niet thuis en als Ton buurman de Has opnieuw probeert te bellen wordt er niet meer opgenomen.

Wordt vervolgd

Photobucket - Video and Image Hosting

Zomerthriller 5

Photobucket

5

Sanne heeft haar arm om Simone heengeslagen en hinkt met haar moeder mee naar de voordeur.

“We zijn weer thuis!” roept Simone naar boven, maar ze krijgt geen antwoord. Ze helpt Sanne op de bank en haalt haar kruk uit de auto. Als ze naar de deur terugloopt ziet ze buurvrouw de Has uit haar keukenraam kijken. Simone zwaait en gaat terug naar Sanne.

“Zo, Sannekind, eerst maar even iets drinken tegen de schrik? Heb je pijn? Moet je een aspirientje?”
“Ja, doe maar een colaatje alsjeblieft. En ik heb niet zo’n pijn, ik heb in het ziekenhuis al pijnstillers gehad.”

Simone schenkt twee cola’s in en roept naar boven.
“Fleur, Sanne is weer thuis!”

Dan gaat de bel. Ze doet open en op de stoep staan Fleur en Ruben.
“Hier is Ruben, ik ga weer.”

“Wat ga je doen, moet je niet even naar je zusje toe? Fleur? Fléur!”

Fleur draait zich om en loopt weg. Simone wil haar achterna lopen maar dan begint Fleur te rennen. Simone stopt en kijkt. Fleur loopt bij de buren naar binnen en trekt de deur achter zich dicht.

Nou ja, wat moet dat kind dáár nou? Het wordt een heel grote overgang voor de meiden. Weg bij vrienden en vriendinnen, een andere school, zelfs een andere taal. Daar moet je wel onzeker van worden en op die leeftijd al helemaal. Laat haar maar even gaan…

Als ze de kamer inloopt ziet ze dat Ruben bij Sanne op schoot gekropen is. Sanne aait zijn blonde krullen en kust hem op zijn hoofd. Haar been ligt voor haar op de bank.

Simone gaat bij ze zitten.

“Dag Ruub, waar kom je vandaan?” Ruben heeft zijn duim in zijn mond en geeft geen antwoord. Hij draait krullen in het haar van Sanne. De televisie staat aan en ze kijken naar een kinderserie. Zijn ogen staan loom. Buiten is het intussen donker.

Voor de deur klinkt het geluid van de auto van Ton.

Simone hoort de garage open- en weer dichtgaan.

“Hoi!", zegt Ton. Hij heeft de post in zijn hand en maakt met zijn vinger een envelop open.

“Sanne is vandaag in het ziekenhuis geweest! Hallo, kom lekker binnen! Heb je dat gehoord, van Sanne?” Simone trekt aan zijn arm.

“Ja,” zegt Ton, ik hoorde dat je er was. Alles viel toch mee? Ik zie dat we een bord in de tuin hebben.”

“Hoi pap,” zegt Sanne, ik moest in een ambulance en de sirenes waren aan!”

“Nou, gelukkig viel het mee.”

Ton pakt een krant en gaat zitten.

“Vertel eens aan pappa hoe het ging.”

Sanne begint te vertellen maar Simone ziet hoe Ton eigenlijk meer in de krant kijkt dan dat hij naar zijn dochter luistert. Ruben wil op zijn schoot kruipen maar Ton maakt een afwerend gebaar en Ruben gaat weer bij Sanne zitten.

“Ton, moet jij niet even naar die voet kijken?”

“Nee Simone, op de spoedeisende hulp weten ze precies wat ze doen, bovendien kan ik als ik het verband eraf haal dat niet zo goed er meer op krijgen als ze daar hebben gedaan, laat maar lekker zitten hoor.”

Simone haalt haar schouders op.

“Okee, als jij het zegt. Ik ga het eten maken. Kun jij Fleur even halen? Ze is net naar de buren gevlucht.”

“Gevlucht? Hoezo?”

“Ze zag het bord in de tuin en realiseerde zich dat we echt naar Brussel zullen vertrekken. Toen werd ze boos en vertrok.”

Ton trekt zuchtend zijn jas weer aan.

Wat een fijne, warme vader is het toch denkt Simone. Nooit zal iets hem teveel zijn voor zijn bloedjes…

Wordt vervolgd

Photobucket - Video and Image Hosting

Zomerthriller 4

Photobucket

4

Op de ringweg is het druk. De waarschuwingsborden knipperen, eerst 70, dan 50 en dan moet ze aansluiten in de file. Een auto perst zich tussen haar en haar voorganger. Simone vloekt. Aan de rechterkant, op de vluchtstrook, wordt ze ingehaald door een ambulance met de sirene aan. Ze denkt aan Sanne, ze denkt aan Fleur en ze denkt eraan hoe de Fransen Ruben zullen noemen; Rûbâ. Ze draait het raampje een stukje open en steekt een sigaret op. Als de ruitenwissers naar rechts gaan piepen ze.

Als ze bij de eerste hulp aankomt, wil ze eerst naar de receptie maar dan ziet ze Sanne al op de rand van een bed zitten. Haar broek is bij de pijp opengeknipt. Een verpleegster is bezig haar voet te verbinden.

“Hoi mam”, zegt Sanne, het gaat goed hoor, met me.”

Aan de zwarte vegen op haar gezicht ziet Simone dat ze gehuild heeft.

“Wat is er gebeurd?” vraagt Simone. “Wat heb je? Hoe voel je je?”

De verpleegster staat op en geeft haar een hand.

“Dag mevrouw, het gaat heel aardig met haar hoor, maar ze is erg geschrokken. Een auto heeft haar geschept toen ze overstak met een vriendin. De bestuurder is vreselijk geschrokken, maar de politie heeft hem laten gaan, hij kon er niets aan doen. We hebben hem uw telefoonnummer gegeven. Uw dochter heeft flink wat blauwe plekken en ze heeft haar enkel verstuikt. Toen de verpleegkundige van de ambulance bij haar kwam gaf hij haar een paar simpele sommetjes op en toen ze daar geen antwoord op wist dacht hij aan een hersenschudding.”

“O, dat kan heel goed,” zegt Simone ”ze heeft dyscalculie!”

De verpleegster kijkt haar niet begrijpend aan.

“Een soort dyslectie, maar dan voor rekenen. Och god meissie!” Ze heeft zich naar Sanne gekeerd en slaat haar armen om haar heen. “Gaat het nou met je? Is je vader er trouwens niet?”

Ze kijkt weer naar de verpleegster: “Dokter Breisis is haar vader. Is hij niet…”

“Ja, dat had ze al gezegd en we hadden ook geprobeerd hem te bereiken”, zegt de verpleegster, “maar de dokter zei dat hij geen tijd had toen we hem belden.”

“Is hij niet eens even komen kijken? Dat is ook wat!” Simone heeft het gevoel alsof de verontwaardiging vanuit haar tenen naar haar oren trekt.

“Wil je een kruk mee,” vraagt de verpleegster aan Sanne. “Daar staat er een, pak hem maar. Neem haar maar mee mevrouw en laat haar voorlopig niet op die voet steunen. En jij, Sanne, voortaan beter uitkijken hè! Je hebt echt geluk gehad, hoor!”

Terwijl Sanne de kruk probeert tekent Simone een briefje voor ontvangst.

Eenmaal in de auto vertelt Sanne wat er gebeurd is, over haar vriendin, hoe ze dachten dat er niets aankwam maar dat die auto er ineens was. Hoe ze van haar fiets werd geslingerd en boven op de motorkap belandde. De chauffeur was erg geschrokken en had gelijk de ambulance gebeld.

“Nou, gelukkig toch goed afgelopen, ”zegt Simone, “het had inderdaad veel erger kunnen zijn. Kwam pappa niet?”

“Nee, hij had het te druk, zei hij. Heb je hier gerookt mam? Gadverdámme, wat een lucht!” Sanne trekt met een vies gezicht het asbakje open en kijkt walgend naar de peuk. “Tss, te drúk!”

Wordt vervolgd

Photobucket - Video and Image Hosting

Zomerthriller 3

Photobucket

3

Simone parkeert de auto bij haar huis en loopt naar binnen. Ze heeft haar jas nog niet opgehangen als de bel gaat.

Voor de deur staat Meneer van Emmelen, de makelaar. “Goedendag, mevrouw Breisis, ik heb het bord bij me voor in de tuin.”

Hij zet een paaltje tegen de muur en loopt naar zijn auto. Hij pakt een bord met daarop te koop en daaronder makelaardij van emmelen. Met een kleine moker slaat hij de paal in de grond en met een elektrische schroevendraaier bevestigt hij het bord aan de paal.

“De advertentie komt zaterdag in de kranten. Heeft u al bedacht of u mee doet aan de open huizenroute?”

Meneer van Emmelen draagt een bruine ruitjesjas met een bijpassende Burberry sjaal, een manchester broek en hij heeft een hoed op. Wie draagt er tegenwoordig nog een hoed!
“Dat doen we toch maar liever niet”, zegt ze, “we hebben liever dat u de mensen die belangstelling tonen ons huis laat zien. Ik denk niet dat ik er tegen kan als ze zo ongezouten hun kritiek gaan geven, dus nee, we doen er niet aan mee.”

“Er zijn veel mensen die zo denken. Goed, dan ga ik weer, nog een fijn dag” zegt meneer van Emmelen terwijl hij begrijpend knikt. Hij loopt het tuinpad af, voelt nog even of de paal stevig in de grond zit en stapt dan zijn auto in.

“Dit is het,” denkt Simone, “het huis staat te koop. Er is geen weg terug.” Het is tóch maar het huis waar ze de kinderen heeft gekregen, waar ze opgroeiden. Maar nee, het is een goede beslissing.

Fleur komt binnen.
“Dus het is zeker? We gaan naar dat achterlijke stomme Franse Brussel?” vraagt ze verongelijkt en zonder antwoord af te wachten gooit ze haar Eastpack rugtas in de gang.

“Je moet niet denken dat ik meega, hoor!” roept ze boos en ze stampt de trap op naar haar kamer. Ze slaat de deur hard dicht.

“Ja, ook goedemiddag,” zegt Simone tegen niemand meer, “vind je het een mooi bord, lieverd?”

De telefoon gaat.

“Goedemiddag mevrouw, U spreekt met van Diks, politie. U moet niet schrikken, maar uw dochter Sanne heft een ongeluk gehad in het verkeer. Het is niets ernstigs, maar we hebben haar voor de zekerheid naar het VU gebracht.”

Simone heeft het gevoel alsof haar hart stopt met kloppen.

“Wat is er gebeurd?”

“Ze reed door het rode stoplicht en een auto heeft haar schept. Er lijkt niet veel aan de hand maar we hebben haar toch maar meegenomen. Ze klaagt over pijn aan haar voet.”

“Ik kom er aan! Ik kom er meteen aan!”

“Doet u vooral rustig, mevrouw.”

Ze roept Fleur. “Haal jij Ruben van school, Sanne ligt in het ziekenhuis.” Hoe zal ze Sanne aantreffen?

Fleur zegt niets maar trekt haar jas aan en slaat de voordeur met een klap dicht. Simone zucht.

Wordt vervolgd

Photobucket - Video and Image Hosting

Zomerthriller 2

Photobucket

2

“Hoe kán dat nou,” zegt Ton. “Ik heb een abonnement gekocht op de filemeldingen, maar nou doet dat ding helemaal niets. Hij drukt op het schermpje maar de navigator geeft geen meldingen door. “Misschien is-ie wel kapot”, zegt Ton. “Dat kunnen we er eigenlijk niet bij hebben, we hebben nu wel ergens anders geld voor nodig.”

Hij kijkt er nijdig bij.

“Dat klopt” denkt Simone. Die verhuizing gaat een hoop geld kosten.” Ze komt net binnen, ze heeft Ruben naar school gebracht. Ze rilt, het is flink koud buiten.

“”Geef eens hier,”zegt ze, “jij bent altijd zo ongeduldig met die dingen.”

Ton vind het best. Hij neemt een hap muesli en trekt zijn jas aan. Hij geeft haar een vluchtige kus en loopt naar buiten en rijdt weg in zijn Audi A8.

“Kom maar op met die satnav”, zegt ze hardop terwijl ze de Tomtom op de pc aansluit.

Ze gaat er rustig voor zitten en ze leest wat ze moet doen, iets wat Ton vast niet gedaan heeft. Ze volgt de instructies exact op en ziet dat de gegevens naar de navigator worden gedownload.
Terwijl ze wacht kijkt ze naar de recente bestemmingen op het apparaat.
Kijk, de Zevenjonkmanstraat staat ertussen, ‘t Europakruispunt, o ja, daar was inderdaad die supermarkt. En er staat een straat tussen in Alkmaar waar ze voor meubels hebben gekeken. En er staat nog een ander adres tussen dat ze eigenlijk niet kent.

Haar blik wordt afgeleid door iets bekends dat in een flits ziet. Het is de jas van Fleur, Fleur fietst voorbij op weg naar school. Maar zij was toch al naar school vertrokken? Misschien iets vergeten of zo. Soms komen ze terug en dan groeten ze niet eens meer. Moet je niet gek vinden..

Ze ziet aan de overkant een man met een vuilniszak naar een verzamelpunt lopen. De straat bestaat uit statige twee-onder-één-kap woningen. 17 jaar geleden werd de wijk uit de grond gestampt. Simone weet nu dat er destijds veel protest was tegen de wijk, omdat er natuurgebied voor opgeofferd moest worden. Vóór de wijk gebouwd werd waren hier sloten met riet langs de kanten, veel vogels en koeien. De rest van het natuurgebied werd op een lijst gezet en er werd beloofd dat de gemeente daar niet meer aan zou zitten. Toen Ton en zij hier kwamen wist ze daar eigenlijk niets van. Ze woonden in Amsterdam en omdat Simone zwanger was besloten ze naar een wijk met meer ruimte te verhuizen, met meer ruimte voor het kind, met een tuin. Speeltuin in buurt, parkje, nou ja, zoiets. Sanne is nog in Amsterdam geboren. Ton heeft het eigenlijk nooit iets gevonden om uit Amsterdam weg te gaan, het liefst zou hij weer naar de stad teruggaan.

En naar het zich laat aanzien gaat dat niet Amsterdam maar Brussel worden.

Simone loopt de tuin in en steekt een sigaret op. Bij de buren zitten weer de koolmezen op de pinda’s. Er komt een kauwtje aanvliegen. Hij stuntelt naar de pinda’s toe. De koolmezen vertrekken geschrokken en piepen als een soort van protest. De kauw weet zijn harde snavel in de streng pinda’s te hakken. Een paar pinda’s vallen op de grond, het kauwtje weet ze in een ommezien weg te vreten. Simone inhaleert diep. Ze kijkt naar de struiken die jaren geleden zijn geplant door Ton. Ton had er echt wel feeling voor, maar het lijkt wel of het hem niets meer interesseert. Waar hij vroeger zondagen lang de tijd nam om de struiken te snoeien volgens de aanwijzingen die hij op internet en in boeken zocht, laat hij nu de bomen en struiken uitgroeien tot veel te grote proporties, zelfs voor deze tuin.

Vroeger nam hij zelfs zaden me van planten die ze op vakantie tegenkwamen. Hij probeerde ze dan op te kweken en in de tuin te planten. Vaak ging dat mis doordat de plant niet in het Hollandse klimaat thuishoorde, maar een enkele keer ging het wel goed en die planten gaven de tuin een origineel aanzicht. Vroeger zat er een hek aan het eind van de tuin, maar dat heeft Ton weggenomen. Achter de tuin zit een klein parkje waar nooit iemand komt, en door dat park bij de tuin te betrekken is de tuin gigantisch geworden.

Simone pakt haar autosleutels en trekt haar jas aan. Als ze in haar felgele Mini Cooper stapt zakt de auto een stuk naar beneden. Jaja, ga nog eens scheefhangen ook! Verdomme, zó erg is het toch niet! Ze denkt na over Fleur en ziet niet dat bij de buren de deur die op een kier staat zachtjes dichtgetrokken wordt.

Ze draait de A10 op. Ze heeft een afspraak gemaakt bij een kantoor aan de Zuidas aan de Gustav Mahlerlaan. Het is een internationaal kantoor en ze hebben een vacature in Brussel. Haar huidige baan is op een kantoor niet eens zover van de Zuidas vandaan. Ze heeft het al opgezegd. Ze moet er nog maar drie weken werken en dan kan ze gaan.

Als ze eenmaal in Brussel is wil ze niet meteen aan het werk, er moet een periode zijn om te settelen, vooral om te kijken hoe het moet met Ruben, maar ook met de meisjes.

In de auto schuift ze de CD met de Franse uitspraakoefeningen in de cd-speler. Twee vrouwenstemmen wisselen de Nederlandse woorden en de Franse vertaling van de woorden af. Braaf praat ze de vrouw na. Ze gaat zo op in haar Frans dat ze haast haar afslag mist. Bij de rode blokken van het VU gaat ze linksaf en dan staat ze al snel bij het kantoor. Ze zet haar mobieltje uit. Voordat ze het kantoor ingaat, rookt ze een sigaret.

Ze wordt opgehaald door een dame in een zwart mantelpak aan en een vrolijk gekleurde bril aan een koordje om haar nek. Er zit een spleetje tussen al haar tanden en een wat grotere tussen haar voortanden. Dat ziet er op één of andere manier meteen sympathiek uit. Ze zet haar bril op en kijkt daar meteen overheen naar Simone.
“Ik zie dat u het heeft kunnen vinden. Fijn! Spreekt u Frans?”

Simone voelt dat ze wat bloost en ze besluit eerlijk te zijn.

“Ja, nou ja, een beetje. Ik kan het wel verstaan en ik spreek het ook wel, maar ze zullen meteen horen dat ik niet uit Frankrijk kom!”

“Nou, daar komen ze zelf ook niet vandaan en cursussen Waals of nog erger: Brussels, tja, die zijn er eenvoudig niet. U krijgt overigens nog een test van een collega uit Brussel die over uw taal kan oordelen. Dat zijn zowel een mondelinge als een schriftelijke tekst. Over die schriftelijk tekst moet u zich zorgen maken, maar als u daar doorheen komt staat niets ons meer in de weg. Bedenk wel dat uw wellicht
toekomstige collega’s geen Nederlands of Vlaams met u zullen spreken, zelfs al zijn ze de taal min of meer machtig. Vaak is men bang fouten te maken, dus houden ze het lekker veilig bij het Frans. Nou, wat betreft uw CV, dat ziet er goed uit, u heeft de juiste ervaring. U wilt drie dagen per week werken, klopt dat? Nou dat zal ook geen probleem zijn. Wat doen we, een espresso of liever een schuimige cappuccino, niet?, espressootje maar? Wanneer gaat u verhuizen?”

Wordt vervolgd

Photobucket - Video and Image Hosting

Zomerthriller 1

Photobucket

1

Verdomme, het is koud in de tuin. Simone staat met opgetrokken rug tegen de tuindeur en rookt een sigaret. Ze neemt grote halen want ze wil eigenlijk weer naar binnen. In het netje met pinda’s dat de buren in hun tuin hebben opgehangen zitten twee koolmezen. De kinderen wilden ook van die netjes of vetbolletjes, maar dat wilde ze niet, dan komt er alleen maar vogelpoep in de tuin. Niet dat de tuin zo netjes is, Ton doet er al een tijd niets meer aan, maar het hoeft toch ook niet erger dan het al is.

Ze drukt de peuk uit in de asbak die ze in haar hand heeft en gaat naar binnen. Ooit gaat ze stoppen, maar niet nu.

“Zet de televisie záchter” roept ze.

De twee meiden, Sanne en Fleur, zitten tv te kijken, Ruben speelt met lego. Simone hoort twee piepjes en ziet dat ze een sms-je heeft gekregen.

“Moon, ik kom later thuis. Jus, Ton.”

Simone zucht, nu zit ze alweer alleen met de kinderen aan tafel straks. Af en toe is niet erg, helemaal niet zelfs, maar het gebeurd wel heel erg vaak dat Ton er ‘s avonds niet is.

Ruben trekt aan haar trui. “Mam, ik moet plassen.” Simone maakt zijn broek open en zet hem op het toilet. Ze denkt aan de koolmezen, die hebben wel honger, maar ze zijn altijd bij elkaar. Wij hebben geen honger, dat is ook lekker, maar we zijn weinig bij elkaar. Aan de andere kant weet je ook niet of die koolmezen eigenlijk wel bij elkaar horen, is dat wel een paartje?

“Mam, ik ben klaar,” zegt Ruben. “Grote vent”, zegt Simone. Ze pakt een stukje toiletpapier en Ruben bukt zich. Als ze de billetjes met de kleine kuiltjes in de rug ziet moet ze glimlachen.

“Mam, mogen we in de fotoboeken kijken?” Sanne, de oudste, zit in het eerste jaar van het voortgezet onderwijs en ze heeft het zwaar. De kinderen uit haar klas vinden maar dat ze het makkelijk heeft omdat haar vader chirurg is en veel geld verdient. Sanne snapt niet zo goed waar dat nou iets mee te maken heeft, maar intussen heeft ze geen vriendinnen op school.

“Ja, dat is goed, lieverd”, zegt Simone. Ze zet theewater op en ruimt de vaatwasser uit. Sanne zet de tv uit en de radio aan.

“Ja, maar dan moet je er wel bij komen zitten, anders is er niks aan.” Zegt Sanne.

“Wacht even Sanne, als ik dit heb opgeruimd kom ik bij je.”

Sanne heeft het boek gepakt waarin de trouwfoto’s zijn geplakt. Simone vertelt Sanne en Fleur over de foto’s, wie ze zien, wie er intussen niet meer zijn en ze moeten soms lachen om de mensen die er 15 jaar geleden heel anders uitzagen. Ze ziet ook zichzelf en beseft weer pijnlijk hoeveel kilo ze intussen is aan gekomen. Volgens de bladen zou ze volslank zijn. Dik, vindt ze zelf en ze weet dat Ton daar ook zo over denkt, al zegt hij dat verder nooit.

Simone drinkt haar thee, Sanne en Fleur lachen en Ruben speelt met lego.

“Jongens, als jullie me vertellen wat je wilt eten dan maak ik dat niet,“ zegt Simone.

“Wij willen graag een lekkere boerenstamppot of gewoon groente, vlees en aardappelen of zo”, roept Sanne. “OK, begrepen, ik haal wel spaghetti,” zegt Simone. “Dan kijk ik gelijk of er nog dozen in de bak zijn voor de verhuizing,” denkt ze.

Ton heeft een baan aangeboden gekregen in Brussel. Ze hebben het er vaak over gehad. Ton zou een betere baan krijgen met veel meer verantwoordelijkheid, de directeur eigenlijk van het ziekenhuis. Ton en Simone hebben er niet lang over nagedacht, ze gaan naar Brussel. België is zo dicht bij Nederland, het is alsof je emigreert naar je eigen land: alleen spreken ze er wel Frans. Fleur krijgt een sms. “Ik moet even weg, zegt ze.”

Simone pakt de lege lessen uit de kast en zet ze in een tas. Als ze de klep van de auto opendoet om de tas in de auto te zetten ziet ze bij de buren de deur dichtgaan, maar net voordat die helemaal dicht is hoort ze de buurvrouw iemand hartelijk begroeten. “Dag lieverd, kom lekker binnen, had je mijn bericht gekregen?” Of dat zo is hoort Simone niet meer, de deur gaat dicht.

In de buurtsuper staat ze te twijfelen bij de kant-en-klaar producten. Het is maar een klein winkeltje met niet veel keus en eigenlijk altijd nèt te oude groenten. Simone denkt terug aan de Carrefour waar ze in Brussel zijn geweest. Een gigantische supermarkt was het, een waar zoveel keuze is dat je er ook weer lang over doet om iets uit te zoeken. In de vriezers lagen hert, everzwijn, zwezerik en hoevekonijn. Ze zou er niets van kiezen, want geen idee hoe je dat bereiden moet. Vies eigenlijk, denkt ze, zwezerik, bah! Waar groeit dat eigenlijk in zo’n kalf? Maar het lag er toch mooi wel en het was al lang geen kerst meer.

Als ze heeft betaald gaat ze naar de bak met lege dozen. Er zijn er maar een paar, maar dat zijn slappe bananendozen en die hoeft ze niet. Alle boeken kunnen alvast worden ingepakt, had ze bedacht. Die hebben ze toch niet meteen nodig. Verhuisdozen zijn eigenlijk best duur en ze heeft gewoon geen zin om daar geld aan uit te geven. Op de zolder staat het meeste nog ingepakt van de vorige verhuizing.

Na veel vijven en zessen hadden ze een huis gekocht in de Zevenjonkmanstraat te Bruxelles. Mooi, als Ton daar net zo weinig thuis is als hier dan moet de Zevenjonkmanstraat een fijne straat voor een vrouw zijn.

Wordt vervolgd

Photobucket - Video and Image Hosting

Zweefkleef

StewardessWe lijden aan de maandelijkse Zweefgeef. Daar kun je een Zinderende ZomerZweefCeeDee mee winnen en dat duurt tot de zomer voorbij is. Da’s mooi voor jullie!.

Dan is daar Neef. Die mogen we bijna dagelijks begroeten, dus die kunnen we nu wel betitelen als Zweefneef, tenzij hij daar zelf iets tegen heeft.

Dan heb ik een collega die absoluut niet in een vliegtuig te krijgen is. Mogen we dat de Zweefbeef noemen?

En nu lees ik dus dat Marc de Coster een boek heeft uitgegeven met scheldwoorden.

Wat denk je? Het heet: Van "Apenkont tot Zweefteef"!

Tsja, dan voelen we ons toch wel aangesproken!

De Zweefteef overigens staat voor een Stewardess!..
Een Zweefteef voor iedereen met Zweefbeef, dat lijkt me een Streefzweef!!!

Wie kent de wentelteef nog?

Photobucket - Video and Image Hosting

Vakantieknutsel

Tijdens de vakantiedagen valt u wellicht in een gat. En dat is spijtig, zéér spijtig.

Maar we laten u natuurlijk niet zomaar aan uw lot over. Voor de lome zomerdagen heeft Zweef een fijne knutsel klaargezet.

Ballonvis

Dus wat let u? KLIK

Logo - Lego