Ome Piet

Photobucket - Video and Image Hosting

OME PIET

Iedereen kent ze: De zogenaamd lollige ooms. Mijn leukste oom was Ome Piet. Maar hij was niet lollig, nee hij was ronduit leuk. Ach, wat hebben we als kind een pret met hem gehad. Hij vertelde de meest hilarische moppen, met een schuine blik op zijn vrouw, of zij hem niet zou corrigeren.

Photobucket - Video and Image Hosting

Hij vroeg eens aan me: "Heb jij wel eens Chinese cent gezien?" Op mijn Nee antwoordde hij: "Dan moet je eens bij dat hondje onder zijn staart kijken". Eerlijk gezegd snap ik hem nog niet, maar je kon me destijds wegdragen. "Kijk Ome Piet", wees ik even later naar een grote herdershond, "daar: een Chinese rijksdaalder".

Tijdens een vakantie in Epe op de Veluwe deed hij mee aan een plaatselijke loterij. De hoofdprijs was een paard. Natuurlijk zou hij die prijs winnen. Wat hij allemaal niet zou gaan doen met dat paard. Als kind om je vingers bij af te likken.

Van hem heb ik ook "karateles" gehad. Zijn ideeën daarover waren wat onorthodox: je hield je wijsvinger en middelvinger gespreid waarbij je probeerde je tegenstander in de ogen te steken. Maar ter bescherming hield die zijn gestrekte hand voor zijn neus. Als je dan toestak bleven jouw vingers aan beide kanten van zijn hand in het luchtledige steken. En dan dansten we als twee echte karateka’s rondom elkaar.

Ome Piet kon ook heel verdienstelijk tekenen, ook daarmee wist hij ons aan zich te binden.
Kortom, een bijzondere man.
Hij zou op 28 "okvember" jarig zijn geweest; op die dag zal ik zeker nog eens aan hem denken.

Logo - Lego

Rotbeest

Photobucket - Video and Image Hosting

ROTBEEST

Als ik over de brug loop hoor ik naast me een mannenstem hard roepen: "Hela". Beducht voor de Amsterdamse fietser doe ik automatisch een stap opzij. Fietsers kunnen in Amsterdam namelijk niet voor je uitwijken. Taxi’s trouwens ook niet. In Den Haag zou dat wel kunnen, hoor, of in Tuitjenhorn. Maar ja, in Amsterdam dus niet.

Photobucket - Video and Image Hosting

De fietser komt naast me tot stilstand en ik hoor een raar grommend geluid. "Doe dan toch ook niet zo vreselijk stóm!" roept de man weer. Het is een wat oudere man met een accent. Hij is breed, dik en heeft een oude boerenpet op. Een paar klompen zou hem niet misstaan. "Stóm rotbeest!" De man heeft voorop zijn fiets een laag soort krat bevestigd, een blauwe, zo eentje waarin bakkers op de markt hun krentenbroden bewaren. Die heeft hij daar gemaakt voor zijn hondje. Het is een vuilwitte hond van onbestemd ras, niet eentje die je gauw aan zou halen. Maar het hondje zit niet meer in het krat. De man had het hondje in het krat gezet en de halsband van de hond een paar keer om het stuur gewikkeld. Toen de man de brug op wilde fietsen sprong de hond uit de krat. Maar nu wordt de sierlijke boog van de sprong plots door de halsband tegengehouden. De band is kort en nu lijkt de hond te worden opgehangen aan het stuur van de man. De man heeft even nodig zich te realiseren wat er een de hand is en begint dan vreselijk te slingeren. Hij kan een tegemoetkomende auto nog maar net ontwijken. Maar door het geslinger sliert de hond aan de halsband een eind naast de fiets en komt nét met het onderlijf tegen de auto. De fietser heeft de pet verloren en staat naast zijn fiets. Gehaast tilt hij de hond in het krat, althans dat probeert hij, maar de hond maakt een rare draai met zijn lichaam waardoor hij uit de greep van de man valt. Weer tilt hij de hond op, nu met meer succes. "Stóm rotbeest!" Met de vlakke hand geeft hij de hond een klap tegen de kop. Dan loopt hij met de fiets achteruit om zijn pet op te halen. Die geef ik hem maar even aan.

Strekdam

Midden in het Amsterdamse IJmeer ligt een strekdam. Op die plek liep tot begin jaren ‘80 een rioleringsbuis waarmee Amsterdam zijn afvalwater loosde. Aan de kop van die strekdam kwam het rioolwater uit in het IJmeer. Het schijnt dat die plek geliefd was bij palingvissers. De palingen, die zich goed vulden met de Amsterdamse uitwerpselen konden bij wijze van spreken zo uit het water worden geschept.
Het nabijgelegen Durgerdam had vooral tijdens warm weer veel last van de ondraaglijke stank en mede daarom werd in 1982 een waterzuiveringfabriek in gebruik genomen. Sinds die tijd is de kwaliteit van het water in het IJmeer sterk verbeterd. De strekdam is nu vrij toegankelijk en ik had me voorgenomen er eens een kijkje te nemen.

Strekdam_birdview

Vanaf de oostelijke punt van het eilandje Zeeburg vlakbij caférestaurant Kaap Kot wandel ik het tweeënhalve kilometer lange pad van basaltblokken op. De dam is ruim vijf meter breed en flink begroeid waardoor een pad van een halve meter breed overblijft. Ik zie distels, riet, braam en berenklauw en op sommige plekken staan zelfs bomen die een welkome beschutting tegen de zon geven. Links zie ik de contouren van het nostalgische Durgerdam en rechts de strakke nieuwbouw van IJburg. Een groter contrast is nauwelijks denkbaar.

Strekdam1

Een oudere man komt me tegemoet, hij is op de terugweg: “Je bent op de helft”, roept hij. Maar dàt wilde ik nou net niet weten…

Ik nader dus het einde, het pad wordt dichter begroeid en ik word begeleid door rondfladderende vlinders: de kleine vos en de witte citroenvlinder. Aan de linkerzijde verschijnt een eilandje met een vuurtoren. Een zeilbootje vaart voorbij en een ronkende jetski verstoort de rust. En daar is dan het beloofde einde, gemarkeerd door een verwaarloosd vuurtorentje. In de verte staan windmolens en daarachter ligt Almere. Ervoor moet Pampus liggen, maar ik herken het niet. Het voelt alsof de top van een beklimming bereikt is: even genieten van het uitzicht en dan weer terug.

Om de pleziervaart te plezieren zal halverwege de dam een doorgang worden gecreëerd. Als je net als ik “de top” wilt bereiken, dan heb je nog tot eind 2008 de kans.

Logo - Lego

Koekkruimels

In de koektrommel vond ik nog anderhalve Jodenkoek. Mag je dat trouwens nog zeggen? Die koeken hadden er duidelijk al een paar weken ingelegen. De koek was zacht geworden, maar rook nog lekker. Ik nam een keurende hap… en was plotseling jaren terug in de tijd.

Op de hoek tegenover de achteringang van onze school was het snoepwinkeltje, tenminste zo noemden wij het. De vriendelijke man verkocht van alles, maar wij kwamen er vooral voor het snoep. Favoriet was de schuine zak met koekkruimels die je voor een habbekrats kon kopen. Op semi-legale wijze kreeg deze oude koek zo toch nog een bestemming. Als je mazzel had zat er zelf een complete roze koek in.

Jodenkoeken

Maar goed, dat is ouwe koek…

Logo - Lego

Encyclopedie

Hoe lang heb ik dat ding nu al? Jaren geleden heb ik eens een encyclopedie gekocht. Dat vond ik interessant en het zou handig zijn bij mijn studie.

Interessant is het eigenlijk nog steeds wel, maar waarom kijk ik er dan nooit meer naar om? O jawel , ik kijk er wel naar, maar een boek pakken, ho maar. Want Google en Wikipedia zijn bronnen die vele malen meer informatie bevatten, toegankelijker en naar mijn mening net zo (on)betrouwbaar zijn.

Encyclopedie_vs_google

Voor mijn studie heb ik er namelijk echt nooit iets aan gehad, want als ik al eens iets opzocht waar we het tijdens de colleges over hadden gehad, dan stuitte ik veelal op algemeenheden terwijl ik juist verdieping zocht. Bovendien vond ik vaak een verkeerde uitleg van zaken. En dat laatste kun je natuurlijk alleen checken als je er zelf wat meer van weet. Je vraagt je dan af hoe het zit met de geloofwaardigheid van artikelen waar je niets van weet?

Al met al kom ik tot de conclusie dat een encyclopedie een mooi ding is, maar geen gebruiksvoorwerp. Toch staat-ie nog steeds in die kast.

Het is eigenlijk net als met elpees. Ik heb een kleine driehonderd van die dingen in een kast op zolder staan, al jaren ongebruikt. Maar ja, wegdoen is ook weer zo wat…

Logo - Lego

Het fotoboek III

In de serie Het fotoboek laat Zweefmakreel de foto’s zien die je kunt maken bij bestaande boeken. Vandaag ééntje die voor de hand ligt: Max Havelaar van Multatuli, uit 1860. Waarom het P7110170_1 voor de hand ligt? Wel, het boek begint met deze zin: "Ik ben makelaar in koffi, en woon op de Lauriergracht No 37".

Dan is het simpel om even naar de Amsterdamse Lauriergracht te wandelen op een regenachtige ochtend in juli. Wat ik hoopte te laten zien was een leuk grachtenpandje, zoals die er wel staan aan de gracht, zoals je ziet.

P7110169 De Lauriergracht is een rustige gracht in de Jordaan. Als je vanaf de Prinsengracht de hoek omgaat naar de Lauriergracht zie je dit pand. Als we de gracht afkijken naar nummer 37 zien we dit; de hoek van de gracht en de Komijnenstraat. De Hazenstraat zit verderop.

Lauriergracht_3135_2 Vroeger zag de gracht er zo uit, dus dat is flink veranderd. Op deze plaat zie je net 37 niet.  Dat is jammer, want in 1890 is er een nieuw pand gekomen zodat we niet kunnen zien waar de verteller in het boek, ene Droogstoppel, woonde.

We lopen door naar nummer 37, waar zich, volgens het boek de firma Last & Co had gevestigd. We zien het pand uit 1890, dat er niet spannend uitziet. Geen grandeur voor Last & Co.

P7110168

Maar dan, daar rechts naast de bellen, achter die struik,wat staat daar op de muur gegraveerd?

P7110167

Dát vind ik nou aardig!

"Ik ben makelaar in koffi, en woon op de Lauriergracht No 37. Het is mijn gewoonte niet, romans te schrijven, of zulke dingen, en het heeft dan ook lang geduurd, voor ik er toe overging een paar riem papier extra te bestellen, en het werk aan te vangen, dat gij, lieve lezer, zoâven in de hand hebt genomen, en dat ge lezen moet als ge makelaar in koffie zijt, of als ge wat anders zijt. Niet alleen dat ik nooit iets schreef wat naar een roman geleek, maar ik houd er zelfs niet van, iets dergelijks te lezen, omdat ik een man van zaken ben. Sedert jaren vraag ik mij af, waartoe zulke dingen dienen, en ik sta verbaasd over de onbeschaamdheid, waarmee een dichter of romanverteller u iets op de mouw durft spelden, dat nooit gebeurd is, en meestal niet gebeuren kan. Als ik in mijn vak — ik ben makelaar in koffie, en woon op de Lauriergracht No 37 — aan een principaal — een principaal is iemand die koffie verkoopt — een opgave deed, waarin maar een klein gedeelte der onwaarheden voorkwam, die in gedichten en romans de hoofdzaak uitmaken, zou hij terstond Busselinck & Waterman nemen. Dat zijn ook makelaars in koffie, doch hun adres behoeft ge niet te weten. Ik pas er dus wel op, dat ik geen romans schrijf, of andere valse opgaven doe. Ik heb dan ook altijd opgemerkt dat mensen die zich met zoiets inlaten, gewoonlijk slecht wegkomen. Ik ben drieënveertig jaar oud, bezoek sedert twintig jaren de beurs, en kan dus voor de dag treden, als men iemand roept die ondervinding heeft. Ik heb al wat huizen zien vallen! En gewoonlijk, wanneer ik de oorzaken naging, kwam het me voor, dat die moesten gezocht worden in de verkeerde richting die aan de meesten gegeven was in hun jeugd."